Een onderzoeksteam van Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) i.s.m. de Koninklijke Marine en Maleisische instanties hebben in juni 2024 een expeditie uitgevoerd om vast te stellen wat er van de wrakken van de onderzeeboten van Hr.Ms K XVI en O 20 over is gebleven na de vele illegale bergingen van zeer waarschijnlijk Chinese slopers.

Als eerste werd de wrakpositie van de K XVI bezocht waarbij is vastgesteld dat er enkel nog wat ‘verstoring van de zeebodem’ was aangetroffen, wat visnetten en stalen platen welke nog uit de bodem staken. Het wrak van de K XVI was verder in haar geheel verdwenen. 

Het volgende doel van de expeditie was het vaststellen óf er nog wat kon worden aangetroffen van de O 20.
Men had weinig hoop voor nummer 4 (de O 20, red.)  Er was een aantal jaren geleden immers al vastgesteld dat de onderzeebootwrakken van de K XVII en de O 16 al geheel waren verdwenen. Ook illegaal geborgen door Chinese slopers. 

RCE coördinator Prof. Martijn Manders:
“Tot onze grote verrassing lag de Hr. Ms. O 20 er nog. 45 meter onder water. Met onderwaterrobots (ROV’s) hebben we beelden kunnen maken. Met duikhelmen hadden we acht minuten om beneden te kijken, daarna moesten we weer een half uur omhoog. Het wrak is even aangeraakt, meer konden we niet doen”  

Nu is het zaak dat de plek beschermt kan worden zodat de bijna 70 meter lange Hr.Ms. O 20 niet ook verdwijnt. 

Het RCE gaat hier z.s.m over in gesprek met de Maleisische autoriteiten. Nederland is als ‘vlaggenland’ formeel wel eigenaar van dit oorlogswrak maar de feitelijke bescherming kan alleen door Maleisië worden gedaan.  

Op donderdag, 12 september j.l. zijn de nabestaanden van beide boten door de Onderzeedienst uitgenodigd in Den Helder om uitgebreid geinformeerd te worden door de RCE en de onderzeedienst.

https://www.cultureelerfgoed.nl/domeinen/archeologie/nieuws/2024/07/04/onderzoek-gezonken-onderzeeboten-in-maleisische-wateren

Op 7 september j.l. heeft een delegatie van de Onderzeedienst wederom deelgenomen aan de jaarlijkse Dundee herdenking van de submariners welke nimmer zijn teruggekeerd van hun patrouilles. Voor Nederland waren dat de O 13 en O 22. Deze keer waren er ook jonge en actieve onderzeebootopvarenden bij betrokken.

Onderzeedienst delegatie

We staan dit jaar stil bij het feit dat de Tweede Wereldoorlog 75 jaar geleden eindigde en dat we sindsdien in vrijheid leven. Voor het behoud en het herwinnen van onze vrijheid hebben velen grote offers gebracht.

Behalve bootsbemanningen zijn in de oorlog ook onderzeedienstmannen om het leven gekomen anders dan aan boord van een onderzeeboot. Zij kwamen om het leven door vijandelijk vuur, door ontberingen in krijgsgevangenkampen, door torpedering van een bovenwaterschip of werden door de vijand geëxecuteerd of vonden de dood ten gevolge van diverse ongevallen.

Het Monument bij de Onderzeedienst is de plaats waar we de namen van al onze gevallenen terugvinden en hun offer herdenken. Wij zouden ook dit jaar de herdenking van de oorlogsjaren en bevrijding natuurlijk graag met elkaar hebben willen beleven, maar door de uitbraak van de coronapandemie kon dat helaas niet zo zijn.

Daarnaast is in de afgelopen jaren gebleken dat er bij nabestaanden behoefte is, naast de gezamenlijke herdenking op 4 mei, ook op andere tijdstippen hun gesneuvelde vader, (over)grootvader of aanverwante te herdenken. De toegankelijkheid van het Monument bij de Onderzeedienst op het beveiligde Marine terrein vormt daarbij echter een drempel.

Om toch inhoud en invulling aan de herinneringen te kunnen geven is het idee gerezen hiervoor een virtuele gedenkplek te creëren. Dat zou bijvoorbeeld gestalte kunnen krijgen door het Monument bij de Onderzeedienst op interactieve manier met u te delen. Dat sluit de mogelijkheid niet uit om deze virtuele gedenkplek te combineren met een soortgelijke, maar meer “tastbare plek bij het Marinemuseum te Den Helder, voor ieder toegankelijk. Ook daar wordt nog aan gedacht. Het Monument bij de Onderzeedienst blijft uiteraard de centrale plaats van herdenking op 4 mei.

We hebben het idee opgevat om het Monument op een website (bijvoorbeeld die van SNO) te presenteren en het te voorzien van uitgebreide achtergrondinformatie bij de boten en de namen die op het monument staan. Deze aanvulling kan voor een deel geschieden vanuit het foto- en feitenarchief van de Traditiekamer Onderzeedienst. Veelal ontbreken hier echter de persoonlijke foto’s en verhalen.

Daarom willen wij u graag uitnodigen om uw tastbare herinneringen aan uw familielid ten behoeve van dit project ter beschikking te stellen. Gedacht kan worden aan kopieën van foto’s, brieven, dagboeken, knipsels, artikelen e.d. Ook als u meent dat het te veel of te groot is om te kopiëren, laat het ons weten.

Alle inzendingen zullen uiteraard met de meeste zorg worden behandeld. Wel vragen wij u tegelijkertijd toestemming om het door u geleverde materiaal geheel of gedeeltelijk op een website te mogen publiceren.

Als voorbeeld kunt u denken aan het reeds eerder verschenen boek “Ja, het moest” van Tonny Froma, ondertiteld De personele verliezen van de Onderzeedienst tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Voor de website zal de site van de Stichting Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1945 (SNO) [https://onderzeeboot.org/] als basis dienen en verder worden uitgewerkt.

Dit initiatief is een samenwerking tussen de Onderzeedienst, de Stichting Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1945, het Marinemuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

U kunt uw foto’s en verhalen (voorzien van uw naam en adres) opsturen naar:

Commandant Onderzeedienst
t.a.v. Traditiekamer
o.v.v. Projectgroep Monument OZD
Antwoordnummer 300
1780 VB Den Helder

of per e-mail:

Monument.ozd@gmail.com

Voor vragen kunt u terecht bij het bestuur van de SNO.
https://onderzeeboot.org/contact

Met vriendelijke groet,

Voorzitter SNO
Jan L. Spoelstra
schout-bij-nacht b.d.

Commandant Onderzeedienst
Jeroen van Zanten
kapitein ter zee

De wrakken van twee Nederlandse onderzeeboten die in de Tweede Wereldoorlog zijn vergaan bij Maleisië, zijn verdwenen. Dat heeft minister Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer geschreven.

Van de onderzeeër O 16 zijn tijdens een expeditie nog enkele restanten teruggevonden, maar de K XVII is in zijn geheel verdwenen. Slechts een afdruk in de zeebodem duidt erop dat het wrak daar heeft gelegen.

Expeditie

Een speciaal samengesteld team van Nederlandse en Maleisische experts voert de expeditie nu in Maleisië uit en heeft de locaties van de O 16 en de K XVII bezocht. De expeditie vindt plaats in het kader van een recent ondertekende intentieverklaring tussen Nederland en Maleisië over maritiem erfgoed.

“Dit bericht raakt ons diep”, schrijft de minister. Ze noemt de wraklocaties de laatste rustplaats van de opvarenden die een plek van herinnering vormen.

Herdenking

De nabestaanden van de tientallen omgekomen zeelieden zijn inmiddels op de hoogte gebracht van de verdwijning. Ook is er de afgelopen week uit respect voor de overlevenden op beide locaties een herdenking gehouden door de leden van de expeditie.

De minister is met Maleisië in gesprek over vervolgstappen.

€ 19,95

 

De Nederlandse onderzeeboot Hr.Ms. O 16 behaalde in de nacht van 11 op 12 december 1941 het eerste belangrijke succes van de geallieerden na de Japanse aanval op Pearl Harbor. De onderzeeboot torpedeerde op uiterst spectaculaire wijze vier Japanse troepentransportschepen. Commandant Anton Bussemaker (1900-1941) kreeg de Militaire Willems-Orde. Postuum. De O 16 liep op 15 december 1941 op een mijn. Van de bemanning overleefde één man het drama op zee.

 

Al kort na de Tweede Wereldoorlog inspireerde de O 16 romanschrijvers. De werkelijkheid is echter totaal anders. Nabestaanden Henk Bussemaker en Janet van Klink beschrijven in De Tegenaanval 75 jaar na het begin van de oorlog in Nederlands-Indië aan de hand van officieel archiefmateriaal en persoonlijke brieven het échte levensverhaal van de commandant van de legendarische O 16. Een leven in aanloop naar een oorlog.

 

Lees verder …