Toespraak 4 mei herdenking OZD 2020

VLOP Stefan Dijkhuizen

Beste nabestaanden, oud-collega’s, nog actief dienende collega’s en alle andere belangstellenden, lieve mensen,

Herdenken doe je samen. Herdenken brengt mensen samen. Dat moet dit jaar – hoe jammer dat ook is – op een andere manier dan we gewend zijn. En dat is niet fijn.

Maar daarom hoop ik ook – en daar doen wij ons uiterste best voor – dat we ons vandaag op deze 4 mei-herdenking, toch met elkaar verbonden voelen. U, jij, jullie, thuis. Die grote en hechte groep van mensen rondom de onderzeedienst van toen en van nu, en wij hier op steiger 19 in Den Helder.

Ook al zijn we vandaag niet bij elkaar gekomen en kunnen we elkaar niet fysiek ontmoeten, toch weten we dat we ondanks de afstand samen-zijn in onze gedachten en herinneringen, in ons stil staan en stil zijn bij hen die het leven voor ons en onze vrijheid gegeven hebben.

Zojuist zijn hier weer de bloemenkransen gelegd bij het voor jullie zo bekende monument van de Onderzeedienst. En ook al kan iedereen dat deze keer alleen via een scherm zien, wij doen dat met u, met jou, met onze onderzeedienst-gemeenschap in gedachten. Juist in deze vreemde tijden is dat goed om nog eens extra te benadrukken.

Want in je eentje herdenken, kan eenzaam maken.

Daarom gaat de herdenking hier op de steiger wel ‘gewoon’ door – en delen we zo goed als dat gaat dit bijzondere moment. Het is onze plicht. Want herdenken doe je samen. Hoe verschillend onze verhalen ook zijn, op welke manier wij ook verbonden zijn met de namen hier op het monument.

We blijven herdenken. We blijven stil staan. We blijven de namen en hun levensverhalen hooghouden.

Van de Joods-Italiaanse schrijver Primo Levi, Auschwitz-overlevende, komen de woorden dat het met de jaren steeds vreemder en ook moeilijker wordt om te spreken over de oorlog en de verschrikkingen zoals hij en miljoenen anderen die meemaakten. Dat zal voor u vast herkenbaar zijn. Maar, zo schreef Levi, ‘we voelen dat als onze plicht en tegelijk als een risico’.

Misschien kunnen sommigen onder ons daar wel iets van meevoelen. Want er is inderdaad het risico dat je niet meer begrepen wordt. Dat je letterlijk uit de tijd gevallen bent. Dat er niet meer naar jou, en naar de verhalen geluisterd wordt. Of dat nu over de kampen gaat of over de inzet en de offers van de mannen aan boord van onze onderzeeboten.

Maar tegelijkertijd moet er geluisterd worden. Hoe ongelooflijk en hoe onvoorstelbaar het ook was. Nog eenmaal Levi: ‘het is gebeurd en het kan dus weer gebeuren; dat is de kern van wat we te zeggen hebben’. Als plicht, en hoe risicovol dat dan maar is.

Over risico’s gaat het ook in onze tijd heel erg vaak. U merkt dat zoals vrijwel iedereen dagelijks. En de reden dat we de herdenking bij het Onderzeedienst-monument nu op deze manier houden, heeft daar ook alles mee te maken. Uit zorg voor elkaar. Voor u, en voor onze mannen en vrouwen die ook vandaag de dag aan boord stappen om te doen wat moet gedaan, om te gaan waar anderen niet gaan.

Maar we nemen dus niet alleen de plicht op onze schouders om te herdenken – juist nu – maar we nemen ook het risico om te blijven spreken over de daden en de lotgevallen van de bemanningen van de 7 boten hier op het monument en van de 82 mannen die op andere plaatsen hun leven lieten.

Want hoe vreemd het ook mag klinken en hoe verder terug in de tijd, het is gebeurd en het kan dus weer gebeuren.

Gelukkig hebben wij nu nog steeds de vrijheid om daar bij stil te staan. Ook al zijn we apart van elkaar, maar niet alleen. En daar doet geen anderhalve meter-regel iets aan af, geen lock-down houdt dat tegen.

Gelukkig hebben we daar monumenten als deze voor, ook al is het leeg net als op zoveel andere plaatsen vandaag in Nederland. Hebben we deze rituelen – op zichzelf gezien vreemde handelingen – maar zo vol van betekenis.  Ze dragen ons door de tijd.

En als er dan iets is wat ik hoop dat deze plicht en dit risico tot herdenken en blijven spreken met ons doet, dan is dat het ons vertrouwen geeft. Ja, ‘het is gebeurd en kan dus weer gebeuren’, maar niet zo maar. En dat wij vertrouwen dat eens, ooit, vrede het laatste woord zal hebben. En zo’n vertrouwensvolle houding zou zo maar eens besmettelijk kunnen blijken te werken, in een wereld zoals de onze. Een wereld die dat nodig heeft. Dank u wel.

 

(gebed, nav. www.alexanderveerman.wordpress.com/2015/05/04/gebed-op-4-mei/)

 

God van vrede,

 

De stilte resoneert in onze oren

De stilte van gedenken

De stilte van het gemis

De stilte van de pijn, het verdriet

De stilte om het onbegrijpelijke waartoe we als mensen in staat zijn

De stilte om de ongelofelijke moed van gewone mensen die hun leven hebben opgeofferd om anderen de vrijheid te schenken.

 

God van recht en gerechtigheid

 

We bidden U om alle slachtoffers en hun nabestaanden die zich ingezet hebben voor de strijd tegen de overheersers, hier in Europa, in voormalig Nederlands-Indië, waar dan ook in de wereld

 

Voor de militairen

Voor de verzetsmensen, mannen en vrouwen

Voor de burgers die ingezet werden voor bepaalde taken

We bidden U of we hun nalatenschap hoog in ons vaandel mogen houden

 

En als wij deze mensen voor uw aangezicht gedenken, bidden we U ook voor al die militairen die zich waar dan ook in onze wereld zich inzetten voor vredesmissies, en soms met hun eigen leven de prijs betalen.

 

We bidden U voor alle mensen die zich inzetten voor de strijd voor recht en gerechtigheid.

 

We bidden U om moed en kracht dat wij ook zelf strijders voor gerechtigheid mogen zijn.

 

God van ontferming

We bidden U dat wij met uw ontferming naar onze naasten mogen kijken

Dat wij onze vrijheid en vrede durven delen

Dat wij uw vrijheid waard mogen zijn

 

Amen.