4 meiherdenking OZD 2018

VLOP Stefan Dijkhuizen

Dames en heren, jongens en meisjes, fijn dat jullie hier zijn!

‘Als je van iemand houdt en je bent van hem gescheiden,

kan niets de leegte van zijn afwezigheid vervullen;

je moet dat niet proberen,

je moet het eenvoudig aanvaarden en volharden.’

Ik kom zo nog even terug op deze woorden van de Duitse verzetsstrijder en dominee Dietrich Bonhoeffer, die hij schreef in zijn cel kort voordat hij door de nazi’s geëxecuteerd zou worden.

Hier bij ons monument ‘Aan onze gevallenen’ herdenken we vandaag op 4 mei de Tweede Wereldoorlog.

En in het bijzonder de bijna 300 mannen van de Nederlandse onderzeedienst die daarin zijn omgekomen, of dat nu varend aan boord van één van de 7 boten was, of op een andere manier. Van de ruim 1200 militairen die in de oorlogstijd bij de onderzeedienst dienden, keerde dus een kwart niet meer terug naar huis.

Wat een invloed heeft dat gehad, voor de familie thuis, in de verdere opvoeding, onder de collega’s, en in de generaties die hier mee moesten verder leven. Met deze leegte.

Een monument is eigenlijk maar een vreemd verschijnsel.

Wat stenen, een muur, jaartallen. Namen. Véél namen.

Het staat hier het hele jaar door.

In weer en wind.

Er wordt naar gekeken. Of niet.

Maar op één speciale dag, vandaag, komen we hier met een hele grote groep samen en gaan we er eens goed voor staan en zitten.

Met z’n allen gericht op deze muur, op de namen.

Voor even met de rug naar ons werk, de boten, naar ons leven van alledag.

Om te herdenken, om stil te staan.

Monument; ‘dat wat herinnert’.

Dat is de meest letterlijke vertaling van het Latijnse woord waar het vanaf stamt.

Drs. P., schrijver, dichter en wat al niet meer, gaf ooit de volgende definitie:

‘Alles wat ergens permanent wordt opgesteld om indruk te maken op het voorbijkomend verkeer, is een monument.’

En 4 eigenschappen horen volgens hem daar altijd bij: Het moet bewerkt, permanent, getuigend en stationair zijn.

Nu is het monument voor onze omgekomen onderzeebootmannen al verschillende malen verhuisd. Het stond in Rotterdam, het stond op een andere plek in Den Helder. Maar altijd gestationeerd op de plek daar waar de onderzeedienst huist.

Om indruk te maken op alles en iedereen die hier voorbijkomt.

Het is bewerkt, en ook aangevuld in de loop van de jaren. Maar de namen in steen en de nummers van de boten getuigen door de tijden heen. Vastgelegd voor de eeuwigheid.

In die zin is het monument er altijd, ongeacht wat er op de steiger gebeurt. Wie er ook voorbij komt, wat er ook speelt in de wereld. Een blijvende herinnering.

Wat wel verandert, zijn die mensen die ervoor staan en zitten. Niet alleen die vandaag hier komen, maar ook zij die hier dagelijks werken.

Wijzelf veranderen, de wereld verandert.

En ik houd het niet bij, maar volgens mij groeit de belangstelling en de betrokkenheid voor deze herdenking nog steeds verder door.

De foto’s van eerdere herdenkingen laten dat zien. Van een paar rijen stoelen in de jaren tachtig, tot deze grote groep vandaag.

Maar het monument blijft hetzelfde. Ze beschermt ons tegen het vergeten.

En ook al wordt de afstand in tijd steeds groter, aan het herdenken zelf hoeven wij niets te veranderen. Herinneren en gedenken om te voorkomen dat het nog eens zo moet gaan.

Wat wij hier delen met elkaar is dat wij in onze levens verbonden zijn aan een naam op het monument. Familie, misschien al 3, 4 generaties verder. Aan een boot, aan collega’s, aan de dienst. Een steeds grotere kring van mensen. Mensen die vandaag samen zijn gekomen om die lege plek van vader, opa, vriend, collega, een belangrijk persoon, te herdenken.

In die zin groeit dus eigenlijk ook de gedeelde leegte.

Want al die gevulde stoelen hier staan voor mensen die in hun leven getekend zijn door de leegte die iemand heeft achtergelaten. En met wat voor impact voor de rest van het leven…?

Vrijheid kost dus nog al wat.

En wat betekent vrijheid als het vooral veel slachtoffers maakt?

Hoe vrij kun je zijn, als papa niet meer thuis komt? Als er nooit over gesproken kon worden? Als tot in het 3e en 4e geslacht die lege plek doorwerkt in verdriet, pijn en misschien ook boosheid?

Jet Bussemaker, kleindochter van de commandant van de O16, verwoordde eens treffend in haar toespraak bij de herdenking op de Dam: ‘Ik kende geen oorlog. Maar de oorlog leeft ook in mij. De echo’s klinken in mijn hoofd.’

Ik zou nog even terug komen op de woorden van Bonhoeffer. Het gedicht gaat verder nadat hij gezegd heeft dat je de leegte moet aanvaarden en volharden:

‘Dat klinkt erg hard, maar het is een grote troost,

want zolang de leegte blijft, blijf je aldoor met elkaar verbonden.

Het is fout te zeggen: God vult de leegte.

Hij vult haar helemaal niet… integendeel.

Hij houdt de leegte leeg en helpt ons zo de vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren, zij het dan ook in pijn.

Hoe mooier en rijker de herinneringen,

des te moeilijker de scheiding.

Maar dankbaarheid verandert

de pijn van de herinnering in stille vreugde.

De mooie dingen van vroeger

zijn geen doorn in het vlees,

maar een kostbaar geschenk dat je meedraagt.

Je moet zorgen dat je niet in je herinneringen blijft graven en je erin verliest.

Een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor, maar alleen op bijzondere ogenblikken.

Buiten die ogenblikken is het

een verborgen schat, een veilig bezit.

Dan wordt het verleden

een blijvende bron van vreugde en van kracht.’

Dat zijn misschien grote woorden. Al helemaal niet bedoeld om het verlies en verdriet goed te praten. Nee, dat wil de schrijver nu juist niet. De lege plek is, en blijft leeg.

Maar zie wat hier gebeurt.

4 mei- na 4 mei-herdenking, en zoveel jaren en zoveel mensenlevens nadien.

Juist de leegte benoemen en durven aanvoelen in die 2 minuten.

En het monument helpt ons – het maakt steeds weer indruk – om vandaag te herdenken, om de rest van het jaar weer aan te kunnen – door te leven, in vrijheid en verantwoordelijkheid.

Een filosoof zei eens: ‘Je herdenkt om het daarna een beetje te kunnen vergeten, je moet wel, anders ga je er aan onderdoor.’ Het monument neemt het als het ware voor ons over, al die andere dagen in het jaar. Het monument herinnert zo niet alleen al die namen en hun offers, maar het herinnert ons, en zet ons letterlijk in de vrijheid.

Daarom zijn we dankbaar dat het monument hier staat. Hier blijft. Hier indruk maakt op al wat maar voorbij komt. Met al die namen die niet de leegte kunnen vullen, maar oproepen tot vrijheid.

 

Dankuwel.

 

Gebed

 

God,

Bron van ons leven,

Grond waarop wij staan.

 

Met de petten af staan wij onder een open hemel.

Wind in het haar, zon op onze kop.

Mensen, kwetsbaar, onder uw hemel en op deze aarde.

 

Op 4 mei staan we stil, of worden we stil gezet.

Door de offers die onze vaders, opa’s, familie, vrienden en collega’s brachten.

En in de leegte daarvan mogen wij in vrijheid leven en werken.

 

Maak ons tot mensen die verantwoordelijk met die vrijheid omgaan.

Een kostbaar geschenk.

Open wegen van hoop en maak ons tot instrumenten van vrede.

Hier, op de steiger, op zee, thuis in ons gezin, waar ook in ons leven.

 

Dankbaar, voor wat anderen voor ons en onze vrijheid hebben overgehad.

Hoopvol, want anders doen wij hen en onszelf te kort.

Maar vooral moedig, omdat er niets zo moeilijk is als leven in vrede en vrijheid voor iedereen.

 

Onder de open hemel, als mensen in uw wereld, bidden wij daarom.

Amen.