Vertrokken maar nooit teruggekeerd. Vertrokken om te strijden, gesneuveld in de diepte van de zee. Vertrokken maar nooit vergeten!

Excellenties, mijnheer de Jong en mevrouw Bussemaker, nabestaanden en andere betrokkenen, oud- en actief dienend Onderzeedienst personeel, waaronder de bemanning van Zr.Ms. Walrus; …. een goede morgen en welkom op deze herdenkingsplechtigheid.

Ik ben blij dat u hier bent, het toont aan dat we onze gesneuvelde collega’s nog steeds in de harten leven. Voordat ik verder ga wil ik eerst enkele woorden in de Engelse taal richten aan onze buitenlandse gasten.

Also a very warm welcome to Lieutenant Hepworth from Great Britain representing the Royal Navy. Sir, it is an honor to have you present. Please do allow me to continue in Dutch from here.

Vanochtend is Zr.Ms. Walrus teruggekomen van zee. Zr.Ms. Bruinvis ligt op dit moment in Port Canaveral, Florida, na afronding van een torpedooefenprogramma. Zeeleeuw, Dolfijn en Mercuur liggen op de werf.

De boten gaan naar zee … en ze komen weer terug. Zo gaat het al jaren. WIJ weten niet beter ……. U wel! Wat voor ons vandaag vanzelfsprekend is, was meer dan 70 jaar geleden helemaal niet zo vanzelfsprekend. Sterker nog, toen namen de vrouwen met jonge kinderen op de kade afscheid van hun mannen. Allen met angst in hun hart. Een angst die naderhand vaak terecht bleek.

We zijn hier bij elkaar bij het monument van de Onderzeedienst. Het monument dat ook de mensen herdenkt die niet aan boord van een onderzeeboot zijn gestorven. Het monument dat door onderzeebootmannen voor de onderzeebootmannen is gemaakt. Het monument dat duidelijk de verwantschap die onderzeebootmannen onderling hebben aangeeft. En daarmee ook de kracht die uit zo een hechte gemeenschap voortkomt. Het monument waar wij, nabestaanden, veteranen en reünisten maar zeker ook actief dienend onderzeebootpersoneel, jaarlijks bijeen komen om de bemanningen en hun collega’s te herdenken.

Ook de jongere generatie is zich wel degelijk bewust van wat er nog niet zo heel lang geleden is gebeurd. Dit geeft hoop voor de toekomst. Met hen richten we de pijlen bijvoorbeeld op het vinden van de laatste boot, de O13. Om de zoektocht te coördineren heb ik C-ZSK gevraagd KLTZ Jouke Spoelstra als reservist in te mogen zetten als projectleider O13. Dit is toegestaan, hetgeen een stap voorwaarts is om de boot nu echt eens te vinden. Want zoals de heer Hans Becançon treffend gezegd heeft: ” het weten neemt een hoop van de scherpte van het verdriet weg”.

Om u, maar vooral ook de jongere generatie, op de hoogte te kunnen houden van de activiteiten maar bijvoorbeeld ook de staat van de onderzeebootwrakken, heb ik, in overleg met de Stichting Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1945, in december jl. naar alle nabestaanden een nieuwsbrief verstuurd. Deze is positief ontvangen en ik ben van plan dit dit jaar weer te doen om u daarmee op de hoogte te houden van de laatste stand van zaken.

U ziet, er is nog een hoop activiteit rond onze boten uit de oorlog. Dagelijks zijn er nog veel mensen meer bezig en ook dit onderschrijft nog eens wat hun daden hebben betekend.

Terug naar toen. We waren in oorlog. Nederland maar ook het toenmalige Nederlands Indië, was bezet en onze bemanningen en de achtergebleven families hadden het zwaar. Zij hebben voor de vrijheid gestreden. Velen hebben zich letterlijk opgeofferd. Dit is gelukkig niet voor niets geweest. U hield van hen en zij hielden van u. Wat dit is en waarom dit is, is moeilijk te verklaren. De dichter Toon Tellegen heeft dat geprobeerd maar kwam er ook niet uit:
Een geschenk
Ze trokken God aan zijn mouw;
‘Dat geschenk van je,
de liefde,
wat was daar de bedoeling van?’
Het regende
en God verzonk in gepeins
(maar eerst rukte hij zich nog los,
hij hield niet van hun manieren)
en al peinzend
waadde hij door leven en door dood,
door waanzin en nalatigheid,
door waarheid en door angst,
zag hoe zij frunnikten aan elkaars jas
en daalde peinzend af
langs de smalle trap van hun rede-
‘Ik heb het geweten,’ mompelde hij. ‘Ik heb het geweten.’
Toon Tellegen / Kruis en munt / Querido 2000

Ik weet niet of de mannen die hier op het monument worden herdacht , toen hun boot naar de diepte zonk, dachten in termen van houden van, van vrede en het herwinnen van de vrijheid. Ik weet wel dat zij, als zij vandaag hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen hier bij het monument, zouden kunnen zien, de conclusie zouden trekken dat hun heldhaftige daden niet voor niets zijn geweest.

Het minste wat wij voor deze mannen kunnen doen is hen dankbaarheid tonen. 70 jaar na dato, hen gedenken, hen laten zien dat wij ze zeker nog niet vergeten zijn. En dat zijn we niet, kijk maar om u heen.

Vertrokken maar nooit teruggekeerd. Vertrokken maar nooit vergeten!
Mijnheer Puts, mag ik u vragen uw toespraak te houden?

KTZ H.L.J. Ammerlaan
Groepsoudste Onderzeedienst