De steiger is leeg! De boten zijn op zee. Het is stil….

Excellentie, nabestaanden, overige belangstellenden en actief dienend onderzeedienst personeel, wat goed dat u vandaag in zo’n grote getale hier aanwezig bent. Wat is het goed dat er een steeds groter wordende belangstelling is om samen stil te staan bij de mensen die hun leven lieten in de strijd voor onze belangen, onze idealen, onze vrijheid.

De onderzeeboten zijn op dit moment op zee om onze belangen, idealen en vrijheid te beschermen. Maar waarom moeten we die eigenlijk nog beschermen? Er is toch geen land dat Nederland binnenvalt? Vrijheid is één van de grootste verworvenheden van de mens maar ook een zekere zin van welvaart is van groot belang voor ons. Daarnaast zijn een goede gezondheid, een toekomstperspectief en onze waarden allemaal belangrijke zaken die we willen behouden. Maar moet je die wel beschermen met zulk gewelddadig materieel? Wie wil dit soort zaken nu afnemen?  Niet alleen wij in Nederland vinden dit soort zaken ontzettend belangrijk. Nederland is één van de meest welvarende landen ter wereld en zolang je het relatief goed hebt zullen anderen dat begeren. In dat begeren zit de dreiging.

Thomas Hobbes schreef in de zeventiende eeuw:  Er is altijd een toestand van oorlog van allen tegen allen, een bellum omnium in omnes. Daarbij geldt dat de mens voor andere mensen een wolf is. Door geweld toe te passen kunnen mensen zich verrijken zonder zelf arbeid te hoeven verrichten. Mensen lopen dus altijd het gevaar dat anderen zich met geweld meester maken van hun producten, of dat anderen ze tot slaaf maken of zelfs doden. Door zelf sterker te zijn dan vijanden kan dat gevaar worden afgewend. Vrijheid is volgens Hobbes van zeer hoog belang maar het gevoel van veiligheid is wellicht nog belangrijker. De mens geeft namelijk een deel van zijn vrijheid op om zich veiliger te voelen. Zo zijn mensen om veiligheidsredenen bij elkaar gaan wonen. Ze sluiten zich aan bij een gemeenschap en daarvoor leveren ze een stukje vrijheid in maar krijgen er veiligheid voor terug.

Dat gevoel van veiligheid is dus enorm belangrijk en onze rechtstaat moet daarin voorzien. Wij eisen van onze regering dat we veilig over straat kunnen, dat we met een gerust hart kunnen gaan slapen ‘s nachts. Tegelijkertijd willen we niet te veel politie op straat en het leger willen we al helemaal niet zien. Ook zijn we erg op onze privacy gesteld waardoor veel informatie niet beschikbaar komt. Daar zit natuurlijk een onbalans. Hobbes zag al dat mensen bereid zijn om waardevolle zaken, zoals vrijheid, voor een deel te willen opgeven in ruil voor veiligheid. Wat hij er niet bij zei is dat mensen een kort geheugen hebben en al snel vergeten dat er dreiging is. De geschiedenis laat zien dat dit proces zich keer op keer weer afspeelt. Immers: L’histoire se répète! Elke keer na een oorlog zien we weer dat de Defensie uitgaven elk jaar een beetje worden teruggeschroefd. Uiteindelijk wordt daarmee de verdediging zo zwak dat een ander de kans grijpt. In Nederland zien wij deze cyclus niet als zodanig. Wij hebben niet de indruk dat we in een interbellum zitten. Voor de gemiddelde Nederlander  was de tweede wereld oorlog de laatste op ons grondgebied! Maar zelfs al is dit zo, dan nog hebben wij een verantwoordelijkheid jegens de internationale gemeenschap. Wij hebben als welvarend land een verplichting om bij te dragen aan het handhaven van de internationale rechtsorde. Drugstransporten, terrorisme en piraterij! Wij mogen niet de andere kant opkijken!

Zeker in Nederland is niet bij iedereen altijd even duidelijk waarom we die rechtsorde moeten handhaven op de manier waarop we dat doen. Nationaal met onze politie en internationaal met Defensie. Als ik op 1 januari in de krant lees dat met Oud en Nieuw weer veel hulpverleners zijn gemolesteerd zie ik een bevestiging van het ontbreken van het noodzakelijke respect voor ordehandhavers bij een deel van onze samenleving. Een gebrek aan respect dat ontstaat door egoïsme en kortzichtigheid. Dat verminderde respect in de Nederlandse samenleving voor wat onder andere wij militairen doen is wel eens een demotivator voor onze bemanningen. Zij die jaarlijks de helft van de tijd weg zijn van hun families om de eerder genoemde belangen te beschermen. Zij die in de kleine bedompte ruimte van een onderzeeboot hun gevaarlijke werk doen vaak 16 uur per dag. Ook zij moeten vaak thuis uitleggen waarom ze weer naar zee moeten en dan horen ze vaak dat het van het thuisfront niet hoeft en van de buren ook niet en eigenlijk van niemand die ze kennen….. eigenlijk doen ze het dus alleen voor zichzelf en dat is op zichzelf dan weer egoïstisch.  Maar gelukkig hebben we nog steeds van deze mensen die beseffen dat onze belangen beschermd moeten worden. Dat we een verantwoordelijkheid hebben naar de rest van de wereld, dat onze waarden moeten worden beschermd en de internationale rechtsorde moet worden gehandhaafd zodat zwakkeren niet de dupe worden van dictatoriale leiders. Gelukkig kunnen wij dus nog onze belangen beschermen! Vandaag en morgen kunnen wij ons veilig voelen, kunnen wij leven op de manier en met de waarden wat wij graag willen. Onze belangen worden beschermd!

Hoe anders was de situatie 70 jaar geleden. Toen was er eigenlijk geen sprake meer van beschermen maar meer van terugwinnen van onze belangen. Ze waren immers afgenomen door de Duitsers en de Japanners. We waren onze vrijheid verloren, van veiligheid was geen sprake en onze welvaart was ingenomen door de bezetter. Toen was er niemand die twijfelde of je de eigen belangen wel moet beschermen, we twijfelden hooguit of we ze ooit nog zouden terugkrijgen. Gelukkig is dat gebeurd. Maar de prijs daarvoor was onmenselijk hoog. Het heeft jaren geduurd en miljoenen mensenlevens gekost. Een keiharde strijd tegen een overmachtige tegenstander. Onbaatzuchtig en zeer dapper hebben onze militairen en verzetshelden gestreden. Onbaatzuchtig en zeer dapper hebben andere volkeren ons geholpen en onbaatzuchtig en zeer dapper zijn onze onderzeeboten de hele oorlog lang de vijand tegemoet getreden. Grote successen zijn behaald en een belangrijke bijdrage aan het heroveren van onze soevereiniteit is geleverd. Maar wel ten koste van heel veel dierbare mensenlevens. Bijna 300 namen staan er op ons indrukwekkende monument. Mannen die één voor één hebben gestreden voor onze vrijheid en veiligheid, voor onze welvaart en geluk. Dat soort mannen verdient het om herdacht te worden.

Het is dan ook goed te zien dat we weer in zo’n grote getale hier aanwezig zijn vandaag. Het lijkt er op dat de laatste jaren de aandacht voor herdenkingen aan het toenemen is. En niet alleen hier op steiger 19 maar maatschappijbreed en dat is belangrijk. Het is belangrijk dat we het historisch besef hebben en het respect kunnen opbrengen voor diegenen die zo hard hebben gevochten voor het herstel van rechtsorde. Respect en dankbaarheid voor hen die nooit hebben toegegeven aan dictatuur en onmenselijkheid, zij die voor ons onze waarden, onze vrijheid, onze veiligheid hebben heroverd. Deze trend van de grotere belangstelling voor herdenkingen staat haaks op het eerder genoemde ontbreken van respect naar onze ordehandhavers en zorgverleners op Oudejaarsavond. Het is dus wel degelijk mogelijk dat het wel de goede kant op gaat met onze maatschappij maar dat slechts een klein deel van de maatschappij hierbij niet kan of wil aanhaken. Ik wil graag zo denken. Ik wil graag zien dat het wel de goede kant opgaat met onze maatschappij en dat er wel respect is voor ordehandhaving en bescherming van onze waarden en veiligheid. Want als dat niet zo is, dan is het offer wat de mannen die staan vermeld op ons monument van veel minder waarde geweest. Dan lopen we weer in de val zoals dat in de geschiedenis al zo vaak is gebeurd. Dan zal de geschiedenis zich wederom herhalen. L’Histoire se répètera!

Ik geloof dat niet. Ik zie echt dat in snel tempo onze maatschappij zich bewuster wordt van haar bevoorrechte positie en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. De mensen zien dat onze voorouders hebben gebouwd aan ons goede en veilige bestaan. Dat er grote offers zijn gebracht die niet tevergeefs mogen zijn. En dat wij nu ook andere, minder gefortuneerde, volkeren moeten helpen.

Een prachtig voorbeeld daarvan was natuurlijk het terugvinden van onze KXVI. Bij toeval op 4 oktober ontdekt door Australische sportduikers. De mannen voelden onmiddellijk de morele verplichting om uit te zoeken wie ze moesten inlichten. De duikers zijn zeer integer omgegaan met het wrak. Opmerkelijk omdat enkelen met wrakduiken hun geld verdienen. Zij hebben het juiste respect. Maar ook hier in Nederland was de belangstelling enorm. Niet alleen de nabestaanden van de bemanning maar ook de media. De herdenkingsplechtigheid op 14 december trok een record aantal bezoekers. De kranten stonden er vol van en ook de televisie besteedde veel aandacht. Allemaal uit respect. Een ander voorbeeld is het aangepaste monument waar we nu voor staan. Het was erg goed te zien dat er in tijden dat elk dubbeltje niet één maar wel vier keer moet worden omgedraaid, relatief gemakkelijk geld was te vinden voor de aanpassing. Dit was een tiental jaren geleden nog anders.

Ook vandaag is er weer veel aandacht. We hebben na de fortuinlijke vondst van de KXVI onze focus verlegd naar de laatste boot die we nog missen. De eerste boot die in de oorlog op patrouille ging en nog steeds niet terug is. De O13 is ‘still on patrol’. Er is ons, u nabestaanden en de Koninklijke Marine, veel aan gelegen om ook deze laatste boot terug te vinden zodat u weet waar zij een laatste rustplaats hebben gevonden en zodat we ook weten wat er nu echt is gebeurd in juni 1940. Er is veel belangstelling voor de zoektocht wat ook vandaag zichtbaar is.

Veel meer aandacht dus voor wat er is gebeurd, veel meer respect, in één woord veel minder onverschilligheid. De maatschappij van tegenwoordig lijkt dus meer verantwoordelijkheid te nemen voor haar eigen toekomst en ziet terecht het fundament daarvan in het verleden. De ogen worden steeds minder gesloten, we kijken steeds minder de andere kant op. We durven de confrontatie aan!

Ik word blij als ik me dit realiseer. Te meer omdat we de laatste jaren bezuiniging na bezuiniging moeten wegkoppen en dat het eind daarvan nog niet in zicht is. Maar de recessie is tijdelijk en als de waargenomen trend van een groeiend historisch besef, respect en verantwoordelijkheidsgevoel structureel is, hebben we in Nederland een mooie toekomst voor de boeg. Dan is het grote belang van het offer van de mannen van de Onderzeedienst nog verder toegenomen. U, zoals u hier aanwezig bent, kent al uw hele leven het belang van wat zij in die oorlogsjaren op zee hebben gepresteerd. Maar juist omdat u, en met u natuurlijk alle anderen die dat hebben gedaan, ……omdat u het herdenken, respecteren en waarderen zo hardnekkig al die jaren heeft volgehouden, worden steeds meer Nederlanders zich bewust van dit belang en is de trend gekeerd. Onze onderzeebootbemanningen hebben jarenlang onder onmenselijke omstandigheden een ongelijke strijd geleverd maar uiteindelijk de vijand op de knieën gekregen. Velen van hen zijn bij het uitvoeren van die taak omgekomen. Deze mensen herdenken en eren wij vandaag opdat de geschiedenis zich niet zal herhalen.

In de oorlog zeiden de mannen op de steiger hun geliefden gedag en kwamen nooit meer terug.

De steiger bleef leeg! De boten bleven op zee. Het werd stil…